Het wordt voor criminelen lastiger om klanten van ING op te lichten. Zij kunnen binnenkort via de app achterhalen of ze echt met een bankmedewerker praten. Maar hoe kun je andere vormen van online criminaliteit herkennen?

Cybercriminaliteit is er in alle vormen en maten, zegt Marianne Junger tegen NU.nl. Zij is hoogleraar cybersecurity aan de Universiteit Twente. “Die boeven proberen van alles om een beetje rijker te worden.”

Uit cijfers van statistiekbureau CBS blijkt dat vorig jaar ruim 2,7 miljoen Nederlanders slachtoffer zijn geworden van cybercriminelen. Volgens Junger gaat het in veruit de meeste gevallen om aankoopfraude. Daarbij hebben mensen online iets gekocht, bijvoorbeeld via een tweedehandswebsite, maar hebben ze niets thuisgestuurd gekregen.

Verder komen WhatsApp- en investeringsfraude veel voor. Ook slagen oplichters erin mensen geld af te troggelen met nepdatingprofielen.

Een NU.nl-lezer werd slachtoffer van WhatsApp-fraude:

“Vier jaar geleden ben ik in WhatsApp-oplichting getuind. Iemand die zich voordeed als mijn zoon vroeg me om financiële steun. Ik heb 2.500 euro overgemaakt. Toen ik erachter kwam dat het niet mijn zoon betrof, was het te laat. De bank wilde het geld niet terugstorten.”

Phishing is bezig aan opmars

Doordat de techniek steeds verandert, verandert ook de manier waarop criminelen te werk gaan steeds. “Zo zien we nu dat oplichters ook trucs met bitcoin verzinnen.”

Daarnaast heeft phishing de afgelopen jaren een opmars gemaakt, zegt Jos Kerssen van de Fraudehelpdesk. “Phishing is hengelen naar gegevens van mensen. Het liefst krijgen de oplichters bankgegevens in handen of nemen ze accounts over.”

Dat doen criminelen door mails of sms-berichten te sturen namens een persoon, bedrijf of instantie. Ze hacken dan een account of bootsen een bericht na. Bedrijven als Google, DHL, Microsoft en LinkedIn worden vaak geïmiteerd.

“We zien bijvoorbeeld ook dat mensen zogenaamd een sms krijgen van de Belastingdienst. Daar staat in dat ze een schuld hebben die ze zo snel mogelijk moeten betalen.”

Deze vorm van oplichting is extra populair geworden door de opkomst van kunstmatige intelligentie, vermoedt Kerssen. Eerst kon phishing soms nog worden herkend aan stijl-, taal- en spelfouten. “Maar met ChatGPT zijn nepberichten sowieso niet meer van de echte te onderscheiden.”

Lezer Mark_Janssen werd slachtoffer van phishing:

“Mijn naam is misbruikt door criminelen. Zij hebben namens mij klanten gevraagd om hun gebruikersnaam en wachtwoord door te sturen. Ik ben een aantal keer gebeld door (oudere) klanten die de e-mail hadden ontvangen. Gelukkig heb ik ze duidelijk kunnen maken dat dit een valse mail was.”

“Maar voor een aantal klanten was dit te laat. Ze hadden alle gegevens doorgegeven. Het bedrijf heeft er natuurlijk alles aan gedaan om de schade te beperken en vergoeden. Hoewel ik zelf slachtoffer ben geweest hiervan, voelde ik me erg schuldig en verantwoordelijk.”

Portie wantrouwen kan ellende voorkomen

Kerssen tipt om bij e-mails altijd de afzender te controleren. Als de domeinnaam in het e-mailadres niets te maken heeft met de organisatie die de mail zou hebben gestuurd, weet je genoeg.

En laat je niet onder druk zetten om geldbedragen over te maken. Neem het liefst eerst telefonisch contact op met de organisatie om te zien of het klopt. “Laat er vooral een grote portie wantrouwen op los wanneer je door je inbox gaat.”

Hoogleraar Junger is het hiermee eens en voegt toe: als je online shopt, check dan de naam van de webwinkel. Op bijvoorbeeld Scamadviser kun je zien of er meldingen zijn binnengekomen over een webwinkel.

“Verder is het belangrijk dat je niet alles online zet. Laat niet zien hoeveel winst je bedrijf maakt of dat je een nieuw duur horloge hebt gekocht. En probeer je telefoonnummer zo veel mogelijk privé te houden.”

Fraude kan iedereen overkomen, zegt lezer Mikmak:

“Een goede kennis van mij zei altijd dat mensen dom zijn als ze in internetfraude trappen. Maar nu is hij zelf slachtoffer geworden. Het kan werkelijk iedereen overkomen als je even afgeleid bent.”

Jos Kerssen van de Fraudehelpdesk en hoogleraar Marianne Jungen benadrukken ook dat iedereen slachtoffer kan worden van online fraude. “Als je dagelijks veel mails krijgt, kan het gebeuren dat je een keer niet goed oplet.”

Aangifte doen is belangrijk voor samenleving

Mocht het toch misgaan, is het volgens Junger goed om aangifte te doen. “Het lijkt soms weinig nut te hebben, omdat je er je geld niet mee terugkrijgt, maar het is wel belangrijk voor de samenleving.”

Wanneer je aangifte doet, is de politie op de hoogte. Als websites of telefoonnummers vaak voorkomen, kan de politie ze bijvoorbeeld uit de lucht halen. “Ook leert de politie dan over nieuwe vormen van oplichting. Zij kunnen dan anderen informeren.”

Ook kun je contact opnemen met de Fraudehelpdesk. Medewerkers helpen om fraude te herkennen. Ze staan ook slachtoffers van internetcriminelen bij en geven advies over mogelijke vervolgstappen.

Bron: nu.nl